Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [29]Zij zullen wederkeren, zittende onder [30]zijn schaduw; zij zullen ten [31]leven voortbrengen [als] koren, en bloeien als de wijnstok; [32]zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon. 29. De ware Israelieten zullen zich bekeren, waartoe zij vermaand zijn, zie vs.2. Anders: zij zullen wederom zitten. 30. Onder des Heeren vaderlijke beschutting zich verkwikkende en zeker zijnde; zie Ruth 2:12; Ps.91:1. 31. Dat is, vruchtbaar zijn en vermenigvuldigen; versta dit inzonderheid van de geestelijke vruchten, die zij als nieuwe en wedergeboren mensen zullen voortbrengen door de kracht van den Heiligen Geest, die ons levend maakt ten goede. Verg. Ps.72:16, en zie de aantekening aldaar. 32. De bekeerde Israels gedachtenis; dat is, naam, faam, gerucht, zal zo aangenaam en welriekend zijn als de edelste wijn van Libanon. Anders: zijne welriekendheid, of reuk, omdat het Hebr. woord, betekenende gedachtenis, somtijds voor reuk schijnt genomen te worden, gelijk een lieflijk reukwerk iemand doet gedenken. Zie Jes.66:3; idem Lev.2:2,9; Num.5:26, en Ps.20:4, met de aantekening. Sommigen duiden het op de gedachtenis van God, die zeer lieflijk en aangenaam zal zijn bij den gelovige, vanwege zijn overgrote genade.